Uit de serie “Next-level hobbyism : Mancaves”, een co-productie met Thomas Kouveld.
Tekst: Thomas Kouveld – www.thomaskouveld.nl
De 80 kilo zware bokszak zwiept heen en weer terwijl hij de ene na de andere dreun opvangt. Het is nog niet genoeg. Op de bovenste verdieping van een van de royale huizen op het Amsterdamse Java-eiland, doet Jan (45) er nog een schepje bovenop. ‘Je moet je dekking omhoog houden, anders krijg je klappen’, legt hij uit, zijn ogen gefocust op het zwarte leer. Een groter contrast met de andere activiteiten in zijn mancave is haast niet mogelijk: Jan schrijft en praat. Over videogames.
Een uur voor deze foto zat Jan nog op de groene Pierre Paulin-stoel met de controller van zijn PlayStation 4 in zijn handen. Ontspannen, maar ook gefixeerd op de game op het enorme 4K-scherm. Het is al ruim 20 jaar een groot deel van zijn leven. Als journalist en later hoofdredacteur schreef hij jarenlang recensies voor het grootste game-magazine van de Benelux. Een mooie tijd, aldus Jan: ‘Wij konden altijd lekker los gaan op games. Als iets slecht was, dan wonden we er ook geen doekjes om en kreeg je gewoon te horen dat het kut was.’ Later kwamen er tv-programma’s bij, tegenwoordig is hij als freelancer regelmatig op de radio te horen over games en de game-industrie.
Toen Jan en zijn vrouw in 2004 naar het Java-eiland verhuisden en ineens 200 vierkante meter tot hun beschikking hadden, moest er dan ook een werk/hobby-kamer komen. Het werd de zolder, die de hele verdieping beslaat. ‘Maar’, zegt hij, ‘het moest wel gaaf worden. Ik heb mijn bureau bijvoorbeeld door een ontwerper laten maken. Dat ding moest via een kraan naar boven worden getild, want hij paste niet door het trapgat. En de ontwerper wilde hem niet doormidden zagen, want dan krijg je een naad.’ Langs de muur staat een meterslange kast vol games en consoles, daar tegenover een enorme muurschildering van de door film noir geïnspireerde games-serie Max Payne. ‘Ja, waarom die game eigenlijk? Ik vond het eigenlijk gewoon heel erg mooi’, vertelt hij met een grijns. ‘Het is ook een toffe game waaraan ik goede herinneringen heb.’
Jan stelt zich weer op bij de bokszak en begint stoten uit te delen. Ineens valt het op hoe netjes opgeruimd de mancave is. Dat moet ook wel, want de ruimte staat vol met figuurtjes, gadgets en hebbedingetjes uit de gamewereld. Jan: ‘Als je twintig jaar over games schrijft en een tijd hoofdredacteur bent, verzamel je wel wat goodies, ja.’ Voor gamers is er dus genoeg moois om naar te kijken, denk aan het masker van Dishonored, een zeldzame beeldje uit Bioshock en een limited edition Metallica gitaar-controller voor Guitar Hero. ‘Gesigneerd door de band’, voegt hij eraan toe, niet zonder trots.
Jan’s vrouw gunt hem zijn kamer, al kan ze een hele lichte jaloezie soms niet onderdrukken, vertelt hij. ‘Dit is eigenlijk de mooiste kamer, zegt ze dan. Had dit niet onze slaapkamer moeten zijn? Maar verder vindt ze het prima, al gamet ze zelf niet. Ze vindt het wereldje wel interessant.’ En anders dan je misschien zou verwachten, zijn ook Jan’s zoons casual gamers. ‘Ze gamen wel eens, maar gaan net zo lief naar buiten om te hockeyen of voetballen. Hun vrienden spelen natuurlijk wel graag hier.’ Vanaf het balkon wijst hij tussen de hoge woningen van het Java-eiland door om het grasveld te laten zien waar de jongens spelen.
In tegenstelling tot gamen blijft het boksen een hobby. Twee dagen in de week laat Jan zich afmatten door zijn trainer. ‘Ik train alleen, doe geen wedstrijden. Sparren wel, zo nu en dan. Ik hou van lekker eten en een wijntje en ben nu op een leeftijd dat je daar snel van dichtgroeit.’ Dat hij zijn sport serieus neemt, blijkt wel uit de enorme bokszak in zijn mancave. Die moest flink wat trappen op, want vanwege de hoge grondprijzen in Amsterdam wordt er in zijn wijk vooral in de hoogte gebouwd. Hij geeft nog een paar flinke meppen op de zak. ‘Dat was met echt een rotklus. Net of je een bewusteloze volwassene de trap op moet slepen. Maar het is heerlijk om hier even wat energie kwijt te kunnen, op dagen dat ik niet in de sportschool ben.’ Na de workout staat hij met een handdoek om zijn nek en dikke zweetdruppels op zijn voorhoofd af te koelen. ‘Dit is nog niks. Naast het boksen doe ik soms aan Cross-Fit-Box, een combinatie van boksen, fitness en bodyshape.’ Lachend: ‘Dan sta ik echt te kotsen.’