Uit de serie “Next-level hobbyism : Mancaves”, een co-productie met Thomas Kouveld.
Tekst: Thomas Kouveld – www.thomaskouveld.nl
Het warme gitaargeluid van Mark Knopfler stroomt over Maurice (48). Maar het had net zo goed Tiësto kunnen zijn, of klassieke muziek. Als de opname goed is, weet de hij het al snel te waarderen. En dat is niet zo gek, in zijn audiofiele luisterruimte komt muziek werkelijk tot zijn recht.
“Het is nog niet af, hoor”, verontschuldigt Maurice zich onmiddellijk. “De muren zijn nog te kaal en er staan veel te veel spullen.” Hij verwijst naar de vele versterkers, cd-spelers, tuners en kluwen duimdikke signaal- en luidsprekerkabels die in een aantal stellingkasten liggen. Toch is het overduidelijk waar het om draait: de twee grote Tannoy Glenair 15 luidsprekers die de luisteraar op de bank in de gaten houden terwijl hij zich laat onderdompelen in hun klankbeeld.
Voor Maurice fungeert de ruimte dan ook als opslagplaats. Het is een continu komen en gaan van apparaten, die soms niet eens uit de doos komen. “Veel spullen verhandel ik weer, met andere liefhebbers, verzamelaars en speciaalzaken. Jongens die net beginnen mats ik wel eens, dan geef ik ze een leuke versterker, die ik anders toch niet kwijtraak, voor een paar tientjes.” Hij wijst naar een tuner van Pioneer. Grinnikend: “Daar krijg je dus echt niets voor. De aannemer heeft tijdens de bouw trouwens goed meegedacht. Er is zelfs een raampje dat uitkomt onder een rooster bij de voordeur. Dat was zijn idee, voor als ik nog eens grote dingen naar beneden moet sjouwen. Dan hoeft het niet via de trap.”
Dan stijgt een gitaarsolo hoog boven de rest van de muziek uit. Het Schotse merk Tannoy staat bekend om de Dual Concentric constructie, waarbij de tweeter in het midden van de enorme basluidspreker wordt gebouwd. Maurice: “Je moet er een beetje van houden. Het idee is dat alle klanken uit een centraal punt komen, een beetje alsof je een grote koptelefoon op hebt. Niet iedereen is ervan gecharmeerd, maar ik vind het heerlijk.”
De Tannoys worden aangedreven door een voor- en eindversterker van het Amerikaanse merk Mark Levinson. “Ontzettende krachtpatsers”, aldus Maurice, die uitlegt dat de handvatten op de indrukwekkende eindversterker niet bedoeld zijn om hem in een rek te hangen, “maar om hem nog een beetje te kunnen tillen.” Ook dit stukje apparatuur weegt zo’n 50 kilo. “Toen ik nog op de middelbare school zat en een keer met een leraar langs een hifi-winkel liep, stond dit merk in de etalage. Volgens hem het summum van wat er te koop is.” Dan, trots: “En nu heb ik het hier staan.”
In het dagelijks leven Maurice hij freelance ICT’er. “Maar”, zegt hij, “als er iets misgaat en ik dit werk niet meer kan doen, zou ik van de handel waarschijnlijk ook rond kunnen komen.” Het feit dat de hobby nu ook geld kan opleveren, is voor Maurice zijn vrouw een fijn idee. Er gaat natuurlijk het nodige geld in zitten. “Zij heeft niets met mijn hobby, maar gunt me het plezier”, zegt hij. “Ik vind dat heel speciaal. Ze trekt zo nu en dan ook wel eens aan de bel, als het echt te gek wordt. Op een gegeven moment stond onze zolder propvol met spullen, waarvan ik niet eens meer wist dat ik het had. Toen heb ik een hele hoop in bulk verkocht.”
De komende tijd heeft Maurice nog een aantal plannen voor de luisterruimte. “Er moeten gordijen voor het raam komen, zodat het geluid minder weerkaatst. Ook wil ik nog een beamer ophangen met een scherm. Dat heeft te maken met mijn zoon van 17. Die wil hier ook graag met zijn vrienden kunnen hangen en een filmpje kijken. Laatst waren ze hier nog met een groepje keihard André Hazes aan het draaien, geweldig toch? Toen kreeg ik de volgende dag te horen: ‘Zeg pa, heel leuk daar, maar er is niet eens een tafel om je biertje te zetten.’ Dus daar moet wat aan gebeuren. Misschien wil ik hier ook nog een ouderwetse Pacman arcade-kast neerzetten. Ik zou hier graag meer met hem willen zitten en lekker muziek luisteren”, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen.