Uit de serie “Next-level hobbyism : Mancaves”, een co-productie met Thomas Kouveld.
Tekst: Thomas Kouveld – www.thomaskouveld.nl

Eef (53) is van de auto’s. Hij heeft er dan ook meerdere. Verstopt in een prachtig oud pand aan de Utrechtse Vecht staan zijn oldtimers, waar hij met liefde aan sleutelt. En soms in rijdt. Zo ook zijn Delorean. ‘Daar rij ik een paar keer per jaar in. Het is een auto die je als derde of vierde auto moet hebben. Eentje om te koesteren.’ En om te poetsen. Met Glassex. Want dat kan.

In de warme nazomerzon staat Eef te genieten. Uit de deuren van zijn werkplaats klinkt de radio en het kloppende geluid van een stationair draaiende 6-cilindermotor. ‘Dit is mijn paradijs’, begint hij en hij glundert. ‘Ik móet hier een paar keer per week zijn. Even sleutelen of poetsen. Of helemaal niks; gewoon kijken.’

Eef kocht zijn werkplaats een jaar of twintig geleden. Het antieke pand was ooit een tuindershuis, later werd het een kleine werkplaats voor Citroën 2CV’s, ‘De smeerput is er toen ingebouwd. Het is misschien moeilijk voor te stellen, maar in deze ruimte passen vier lelijke eendjes. Ik had toen ook meerdere auto’s, maar die kon ik niet allemaal thuis kwijt. Ze stonden ook op kantoor en bij een tante, niet te doen. Toen kwam ik er bij toeval achter dat dit pand te koop stond. Ik kon het niet geloven. Deze ruimte? Met smeerput? Midden in Utrecht? Wat een kans!’ Meteen belde hij met de makelaar om de deal te sluiten.

Sindsdien is hij een paar keer per week in zijn werkplaats te vinden. Zijn vriend niet, die vindt Eef’s hobby niet bijster interessant. ‘Hij komt hier praktisch nooit. En als hij er is, heeft hij geen idee wat er allemaal gebeurt’, zegt Eef lachend. ‘Het boeit hem gewoon niet, maar dat is natuurlijk prima. Hij heeft z’n eigen hobby’s. Leven en laten leven, toch?’ Intussen schitteren zijn bolides, een donkerblauwe Mercedes 280SE en een hagelwitte Buick Elektra 225 trots in het zonlicht.

En dus die DeLorean. Een unieke sportauto met een buitenkant van geborsteld roestvrij staal, vleugeldeuren en natuurlijk de legendarische status door zijn rol in de eighties klassieker Back to the Future. Dat laatste was echter niet de reden dat Eef voor de auto viel. Hij werd geraakt door het bijzondere ontwerp en het gekke verhaal van John DeLorean, een auto-ontwerper met een goed plan en een voorliefde voor cocaïne, die zijn eigen fabriek uiteindelijk te gronde richtte. ‘In 1994 of 1995, ik had toen een eigen bedrijf, sprak ik een Amerikaanse zakenrelatie’, vertelt Eef. ‘Ik zei tegen hem dat hij me moest bellen als hij een goede DeLorean te koop zag staan. Nog geen week later hing hij al aan de telefoon om te zeggen dat hij een mooi exemplaar had gevonden.’

Binnen de kortste keren stond de DeLorean in Nederland. De 3 liter, 6-cilindermotor van Renault die achterin de auto ligt, klinkt indrukwekkend, maar iets meer vermogen had wel gemogen, vindt Eef. ‘Hij staat ook niet bepaald bekend als de beste motor ooit gemaakt, dus ik rij er niet erg veel in.’ Daarnaast doet de ontzettend lage zit met rugleuning op stand strandstoel niet veel voor het comfort. ‘Alsof je met je aambeien over het asfalt schraapt’, lacht Eef. Uit een kast haalt hij een spuitbus glasreiniger en begint de auto te poetsen. ‘Als je dit bij een andere auto doet, wordt je voor gek verklaard.’

Naast de jaarlijkse ritjes blijft het een auto voor de liefhebber. ‘Om te koesteren. Mensen vragen me wel eens wat ik dan met zulke auto’s doe. Tja.’ Hij grinnikt en haalt zijn schouders op. ‘Hebben? Er trots op zijn? Dat is voor mij genoeg. Ik heb niet de behoefte om ze te verkopen of om nog nieuwe auto’s erbij te halen. Tenzij het echt nodig is. Ik had vroeger een Ford Mustang, maar die was op een geven moment helemaal op. Toen stelde ik mijn vriend voor om een busje te kopen, want ik moet vaak dingen transporteren. Zijn eerste reactie was: wat nu weer? Maar toen hij hem zag was hij om. Dan weet ik: die is binnen.’