Uit de serie “Next-level hobbyism : Mancaves”, een co-productie met Thomas Kouveld.
Tekst: Thomas Kouveld – www.thomaskouveld.nl
Waar de meeste mensen warme herinneringen hebben aan het bouwen met LEGO, gaat het bij Arjan een stukje verder. Wanneer hij geïnspireerd raakt door een schip, variërend van vissersboot tot tanker, duikt hij de computer in en bouwt hij steen voor steen een digitaal schaalmodel. In zijn gloednieuwe mancave – hij is pas verhuisd – bouwt hij het uiteindelijke project.
De nieuwigheid straalt nog van de mancave af. Het is er haast te schoon. Alles is netjes opgeruimd, de steentjes gecategoriseerd opgeborgen in een rij glimmende zwarte ladekastjes. “Bij mij valt het nog mee, ik sorteer op kleur en alles wat een beetje afwijkt van de ‘normale’ stenen gaat in een aparte bak. Sommige mensen hebben voor elke lengte een apart laatje. Ik zou daar helemaal gek van worden”, lacht Arjan.
Sinds 2007 is LEGO voor Arjan (Konajra in de LEGO-community) een serieuze hobby geworden. “Het begon in 2004 met technisch LEGO. Ik wilde een graafmachine nabouwen en ging op zoek naar manieren om dat te doen, buiten de normale LEGO-sets om. Ik dacht even dat ik de enige was die ermee bezig was, maar er is dus een enorme internationale gemeenschap die zich ermee bezighoudt.” In eerste instantie bouwde hij de bouwwerken van anderen na, dat ging al snel goed. “Toen ben ik nieuwe technieken gaan aanleren om ook zelf dingen te bouwen.” Sinds 2009 bouwt en ontwerpt Arjan zijn eigen modellen. De interesse voor schepen valt niet echt uit te leggen. “Als kind maakte ik ooit een model van het schip De Zwarte Zee.
Pontificaal in het midden van de mancave staat een massief bureau. Een prachtig dik houten werkblad rust op een gietijzeren onderstel. “Het heeft me een tijd gekost om dat bureau te vinden”, zegt Arjan. “Voor de verhuizing bouwde ik op de eettafel. Dat was een hoop gedoe. Ik wist dat ik zo’n industriële tafel wilde hebben in de nieuwe kamer, want bouwen op een wiebelend bureau, dat werkt natuurlijk niet. En hij is verstelbaar, dat is erg handig. Het enige probleem is de prijs. Nieuw zijn deze tafels schreeuwend duur. Gelukkig vond ik een tweedehands exemplaar, ik wist meteen dat die het moest worden.”
Arjan kreeg zo goed als een vrijkaartje om zijn mancave in te richten zoals hij dat wilde. Dat leidde ertoe dat hij meerdere malen een nieuwe kleur op de muur schilderde, tot het eindelijk naar wens was. “Dan kwam mijn vrouw terug van werk en vroeg ze: ‘zit er nou weer een nieuwe kleur op?’ Helemaal vrij ben ik overigens niet. Toen ik – in mijn ogen prachtige – stenen plavuizen had gekocht bij de bouwmarkt, mocht ik die weer retourneren. Die kwamen er niet in.” Hij maakt een gebaar met een duim op z’n hoofd en lacht.
Bovenop het bureau staan een computer en het huidige project, een sleepboot van de Nederlandse Kustwacht. Hij werkt nu zo’n twee jaar aan het project en toen we hem voor het eerst ontmoetten, bij zijn stand op LEGO World in de Jaarbeurs, was hij ook met het indrukwekkende schip bezig. “Ik heb alles wat ik er toen opzette weer af moeten slopen”, vertelt hij. “Je bent toch met je hoofd bij andere dingen. Praatjes met collega’s en bezoekers, dat soort dingen. Dan ga je fouten maken. Maar het maakt niet uit, ik heb geen deadline.” Anders is het voor sommige collega-bouwers, die wel eens in opdracht werken. “Die moeten dan binnen enkele maanden zo’n schip af hebben en ook nog setjes samenstellen voor nog kleinere modellen. Ik begin daar niet aan, dan is de lol er snel af. Het is juist lekker om er een tijdje aan te werken en het vervolgens even te kunnen laten liggen.”
Om toch iets te verdienen aan zijn hobby, probeert Arjan zijn schepen regelmatig te verkopen aan de rederij. Die zijn vaak wel geïnteresseerd in een schaalmodel in de vitrine en willen daar ook nog wel eenst tienduizend euro voor neerleggen. Het staat niet in verhouding tot de vele uren die in de bouwwerken zitten, maar dat is voor Arjan geen probleem. Het geld gaat terug de hobby in. “Om steentjes te kopen voor een volgend project”, lacht hij. Aan zijn zoons van dertien en vijftien kan hij het echter niet meer verkopen. “Toen ze acht waren, speelden ze er nog mee, maar op een gegeven moment vonden ze het niet leuk meer. Vroegen ze me: ‘Papa, wil jij onze LEGO hebben?’”